Nederland heeft te maken met taaie vraagstukken in de leefomgeving die alsmaar onopgelost blijven. Denk aan het woningtekort, de te hoge CO₂- uitstoot, of de schadelijke effecten van de landbouw op het milieu. Het samenspel tussen overheid, bedrijfsleven en gemeenschappen sluit niet meer goed aan bij de aard van de problemen in de leefomgeving en de maatschappij van vandaag. Een andere rolverdeling is nodig. Dit stelt de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in zijn advies ‘Falen en opstaan: naar een doeltreffende aanpak van problemen in de leefomgeving’ dat vandaag is aangeboden aan minister-president Dick Schoof.
De raad signaleert diverse knelpunten die een effectieve aanpak van leefomgevingsvraagstukken belemmeren. De overheid benadert problemen doorgaans te technocratisch, waardoor de waarden die in het geding zijn veelal onbesproken blijven. Bovendien richten oplossingen zich dikwijls maar op een deel van het probleem. De negatieve leefomgevingseffecten van bedrijvigheid worden tot nu toe onvoldoende begrensd, terwijl het bedrijfsleven zelf onvoldoende oplossingen biedt. Ten slotte is er nauwelijks oog voor de bijdrage die gemeenschapsinitiatieven kunnen leveren aan de aanpak van problemen in de leefomgeving.
Om ingewikkelde problemen in de leefomgeving op te lossen is nodig dat veel beter met de samenleving wordt gesproken over de maatschappelijke waarden die daarbij een rol spelen. Waarom is de oplossing van een probleem belangrijk, welke waarden zijn daarbij in het geding, en wat betekent het als de ene waarde prioriteit krijgt boven de andere? Het doel van deze dialogen is niet het bereiken van overeenstemming over één gedeelde waardenset, maar het vergroten van het begrip over de uiteenlopende waarden die daarbij een rol spelen. Dit is essentiële informatie voor politici bij het maken van noodzakelijke keuzes en voor het ontstaan van meer draagvlak in de samenleving.
De verantwoordelijkheid voor het oplossen van leefomgevingsvraagstukken is in de afgelopen tientallen jaren bijna volledig bij overheid en bedrijfsleven komen te liggen. De kracht van georganiseerde burgers werd een blinde vlek. In een ver verleden waren het juist georganiseerde burgers die opkwamen voor het collectieve belang en ook nu ziet de raad een beweging in de samenleving die betekenisvol kan zijn. ‘Gemeenschappen’ hebben een belangrijke rol te vervullen bij het signaleren van leefomgevingsvraagstukken, het benoemen van belangrijke maatschappelijke waarden en het vinden van doeltreffende oplossingen. Gemeenschappen moeten daarom naast overheid en bedrijven een gelijkwaardige plek krijgen bij het zoeken naar oplossingen. Dat vraagt om ondersteuning door de overheid en nieuwe vormen van samenwerking.
Ook bedrijven moeten hun verantwoordelijkheid nemen bij de aanpak van problemen in de leefomgeving. De Rli adviseert de overheid om, als bedrijven dat niet zelf kunnen of willen doen, negatieve effecten op de omgeving vaker te beprijzen en ongewenste activiteiten te normeren of verbieden. Zo kan de schade aan de leefomgeving worden begrensd en ontstaat een hogere prijs voor vervuilende producten, waarmee een gelijk speelveld ontstaat voor duurzame bedrijven. Tevens moet de overheid meer investeren in veelbelovende nieuwkomers en innovatieve bedrijfsmodellen en productieprocessen.
Het advies Falen en Opstaan agendeert zoekrichtingen voor het doeltreffend oplossen van problemen in de leefomgeving. Maar die problemen zijn zo divers en ongelijksoortig dat de uitwerking steeds een andere zal zijn. Als vingeroefening voor de toepassing van de aanbevelingen sluit het advies daarom af met een indicatieve uitwerking voor het stikstofvraagstuk in de landbouw.
Foto: ANP Hans van Rhoon
Nederland heeft te maken met taaie vraagstukken in de leefomgeving die alsmaar onopgelost blijven. Denk aan het woningtekort, de te hoge CO₂- uitstoot, of de schadelijke effecten van de landbouw op het milieu. Het samenspel tussen overheid, bedrijfsleven en gemeenschappen sluit niet meer goed aan bij de aard van de problemen in de leefomgeving en de maatschappij van vandaag. Een andere rolverdeling is nodig. Dit stelt de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in zijn advies ‘Falen en opstaan: naar een doeltreffende aanpak van problemen in de leefomgeving’ dat vandaag is aangeboden aan minister-president Dick Schoof.
De raad signaleert diverse knelpunten die een effectieve aanpak van leefomgevingsvraagstukken belemmeren. De overheid benadert problemen doorgaans te technocratisch, waardoor de waarden die in het geding zijn veelal onbesproken blijven. Bovendien richten oplossingen zich dikwijls maar op een deel van het probleem. De negatieve leefomgevingseffecten van bedrijvigheid worden tot nu toe onvoldoende begrensd, terwijl het bedrijfsleven zelf onvoldoende oplossingen biedt. Ten slotte is er nauwelijks oog voor de bijdrage die gemeenschapsinitiatieven kunnen leveren aan de aanpak van problemen in de leefomgeving.
Om ingewikkelde problemen in de leefomgeving op te lossen is nodig dat veel beter met de samenleving wordt gesproken over de maatschappelijke waarden die daarbij een rol spelen. Waarom is de oplossing van een probleem belangrijk, welke waarden zijn daarbij in het geding, en wat betekent het als de ene waarde prioriteit krijgt boven de andere? Het doel van deze dialogen is niet het bereiken van overeenstemming over één gedeelde waardenset, maar het vergroten van het begrip over de uiteenlopende waarden die daarbij een rol spelen. Dit is essentiële informatie voor politici bij het maken van noodzakelijke keuzes en voor het ontstaan van meer draagvlak in de samenleving.
De verantwoordelijkheid voor het oplossen van leefomgevingsvraagstukken is in de afgelopen tientallen jaren bijna volledig bij overheid en bedrijfsleven komen te liggen. De kracht van georganiseerde burgers werd een blinde vlek. In een ver verleden waren het juist georganiseerde burgers die opkwamen voor het collectieve belang en ook nu ziet de raad een beweging in de samenleving die betekenisvol kan zijn. ‘Gemeenschappen’ hebben een belangrijke rol te vervullen bij het signaleren van leefomgevingsvraagstukken, het benoemen van belangrijke maatschappelijke waarden en het vinden van doeltreffende oplossingen. Gemeenschappen moeten daarom naast overheid en bedrijven een gelijkwaardige plek krijgen bij het zoeken naar oplossingen. Dat vraagt om ondersteuning door de overheid en nieuwe vormen van samenwerking.
Ook bedrijven moeten hun verantwoordelijkheid nemen bij de aanpak van problemen in de leefomgeving. De Rli adviseert de overheid om, als bedrijven dat niet zelf kunnen of willen doen, negatieve effecten op de omgeving vaker te beprijzen en ongewenste activiteiten te normeren of verbieden. Zo kan de schade aan de leefomgeving worden begrensd en ontstaat een hogere prijs voor vervuilende producten, waarmee een gelijk speelveld ontstaat voor duurzame bedrijven. Tevens moet de overheid meer investeren in veelbelovende nieuwkomers en innovatieve bedrijfsmodellen en productieprocessen.
Het advies Falen en Opstaan agendeert zoekrichtingen voor het doeltreffend oplossen van problemen in de leefomgeving. Maar die problemen zijn zo divers en ongelijksoortig dat de uitwerking steeds een andere zal zijn. Als vingeroefening voor de toepassing van de aanbevelingen sluit het advies daarom af met een indicatieve uitwerking voor het stikstofvraagstuk in de landbouw.
Foto: ANP Hans van Rhoon
Wat is er nodig om grote vastgelopen problemen in de leefomgeving op...
De provincie Fryslân is meer dan een fysieke ruimte waarin we leven,...