Het Netwerk Duurzame Dorpen (NDD) is een initiatief van Doarpswurk, dat het netwerk de afgelopen dertien jaar zowel letterlijk als figuurlijk onderdak heeft geboden. Per 1 januari 2025 slaat het netwerk een nieuwe weg in en gaat verder als zelfstandige stichting onder de naam Duurzame Gemeenschappen.
De samenwerking met Doarpswurk blijft bestaan, maar verandert van een faciliterende rol naar strategisch partnerschap. Wat betekent deze stap naar zelfstandigheid voor de toekomst van het netwerk? We spraken hierover met Johannes Lankester en Bregje Hamelynck, die ons meenamen in hun visie en plannen voor de nieuwe stichting.
Het kantoor van Doarpswurk oogt verlaten: de laatste medewerkers haasten zich naar huis om zich voor te bereiden op het heerlijk avondje. Geen betere plek dan hier in Raerd, waar het dertien jaar geleden allemaal begon en we hebben afgesproken met Johannes en Bregje. ‘Het NDD is ontstaan vanuit de gedachte dat duurzaamheid een steeds grotere rol zou gaan spelen in het plattelandsbeleid van de provincie Fryslân’, vertelt Johannes, die sinds 2016 coördinator is van NDD en mede-initiatiefnemer van Stadsboerderij De Sibbe in Sneek. ‘Al in de jaren tachtig waren dorpen bezig met dorpsmolens. Ze wilden hun kennis delen en zo een netwerk creëren om onderling contact te faciliteren. Doarpswurk ondersteunde dit, maar miste de specifieke expertise in duurzaamheid en heeft mij destijds gevraagd. Inmiddels is dat netwerk uitgegroeid tot een platform met meer dan 350 duurzame dorpen verspreid door heel Nederland.’
Bregje, mede-initiatiefnemer van CSA-tuinderij Us Hôf en coördinator van de Voedselwerkplaats, sloot zich in 2014 aan bij het netwerk. ‘Wij gaven destijds cursussen over permacultuur’, vertelt ze. ‘Johannes vroeg of we die cursussen ook in andere dorpen wilden aanbieden. Sindsdien organiseren we één of twee keer per jaar een training voor het opzetten van een dorps- of gemeenschapstuin.’
De Voedselwerkplaats fungeert als kenniscentrum voor gemeenschapslandbouw en ondersteunt burgers bij initiatieven zoals het opzetten van dorps- of gemeenschapstuinen en buurtmarkten. ‘We delen kennis en ontwikkelen soms ook instrumenten, zoals een handelsplatform voor lokale producten’, vertelt Bregje. ‘Wij zijn er voor gemeenschappen die aan de slag willen met duurzaamheid, of dat nu gaat om energie, voedsel, of kringlopen. Vaak lopen zij tegen allerlei obstakels aan, zoals bureaucratie, een overbelast energienet, wet- en regelgeving of simpelweg praktische beperkingen. Met de Stichting Duurzame Gemeenschappen ondersteunen wij dorpen en wijken om hun duurzame doelen te verwezenlijken.’
Het NDD is opgericht als landelijk netwerk van, voor en door dorpen die samenwerken aan een duurzame toekomst. Het netwerk biedt een platform waar kennis en ideeën worden gedeeld, waardoor dorpen elkaar inspireren en versterken. Naast de dorpen zelf zijn ook deskundigen, partners, gemeenten en werkplaatsen betrokken, waaronder Johannes en Bregje. ‘De specialisten binnen ons netwerk zijn vaak ervaringsdeskundigen’, legt Johannes uit. ‘Het zijn mensen die wij eerder hebben geholpen en die we vervolgens vragen hun kennis en ervaring te delen met andere gemeenschappen. Juist die ervaringskennis is van grote waarde voor nieuwe initiatiefnemers. Als je zelf bepaalde processen hebt doorlopen, kun je vanuit een heel ander perspectief meepraten en adviseren.’
Het online platform Local Food Works – waarmee groepen burgers gezamenlijk lokaal bij boeren en producenten kunnen inkopen, aangevuld met producten van de biologische groothandel – is op dezelfde manier in Nederland tot stand gekomen. ‘In Nederland waren veel gemeenschappen op zoek naar een mogelijkheid om lokale producten in te kunnen kopen’, vertelt Bregje. ‘De Voedselwerkplaats heeft, in samenwerking met Doarpswurk en het Vlaamse Voedselteams, Local Food Works ontwikkeld. De Vlamingen hadden al vijfentwintig jaar ervaring met voedselcoöperaties, en met hun hulp en kennis hebben we het platform opgezet.’
Het draait bij het netwerk om het delen van praktijk- en ervaringskennis. ‘Als je bijvoorbeeld bezig bent met een dorpsmolens dan wil je weten hoe andere dorpen dat hebben aangepakt’, legt Johannes uit. ‘Daar ligt de waardevolle kennis en wij faciliteren via ons platform dat deze kennis gedeeld kan worden.’
Na dertien jaar ingezet te hebben op het verduurzamen van dorpen, is het tijd om de vleugels uit te slaan naar andere gemeenschappen zoals een wijkinitiatief, of een woongemeenschap in de stad. De duurzame dorpen blijven de basis van het nieuwe platform, maar de kennis en ervaring uit en van deze dorpen willen ze graag verbinden met andere initiatieven. ‘Ook in de stad wil je bezig zijn met voedsel, energie en duurzaamheid’, legt Johannes uit. Doordat het landelijke steunpunt in Fryslân zat konden we hier ondersteuning regelen. Daardoor hadden we minder ondersteuningscapaciteit in de rest van het land, maar die kunnen we nu gaan opbouwen. Voorheen richten we ons alleen op dorpen, nu kunnen steden ook meedoen. Juist de voorbeelden uit de dorpen zijn interessant voor steden en andersom werkt het ook zo.’
‘In Amsterdam is bijvoorbeeld een grote woongemeenschap ook begonnen met een buurtmarkt via ons platform Local Food Works’, vertelt Bregje. ‘Die kunnen we nu ook ondersteunen.’
Het afbouwen van de subsidie van Doarpswurk speelde ook een rol bij het oprichten van de nieuwe stichting. Doarpswurk blijft zich samen met dorpsbelangen en dorpshuizen richten op leefbaarheid, terwijl Stichting Duurzame Gemeenschappen zich specifiek richt op duurzaamheid. Beide organisaties blijven nauw samenwerken, maar zullen financieel gescheiden opereren.
‘We worden gesteund door Stichting Doen en Stichting Goeie Grutten’, vertelt Johannes. ‘Stichting Doen heeft in het begin ook de opstart van NDD gesteund en is bereid om dit nieuwe platform te ondersteunen. Daarnaast werken we samen met dorpen op projectbasis. We benaderen duurzaamheid integraal. Dat betekent sociaal, groen, water, voedsel, wonen en democratie. Voor ons is het een totaalplaatje. Het is bijna onmogelijk om voor het gehele platform financiering te krijgen, maar als je het opknipt in bijvoorbeeld voedsel of energie, zijn er wel specifieke potjes bij gemeenten. Gemeenschappen kunnen gratis meedoen en voor ondersteuning zoeken we financiering.’
‘De inzet van mensen met kennis kost vaak geld’, voegt Bregje toe. ‘Maar volgens ons moet kennisdeling voor mensen die zich willen inzetten voor hun eigen gemeenschap gratis zijn. We proberen het kennismaken met bijvoorbeeld een tuin- of energieproject zo laagdrempelig mogelijk te maken. Het zijn vaak mensen die in hun vrije tijd iets doen voor de gemeenschap, die wil je niet ook nog eens geld vragen.’
Tot slot vragen we Johannes en Bregje hoe zij de toekomst van Stichting Duurzame Gemeenschappen in 2040 zien. Bregje hoeft daar niet lang over na te denken: ‘Wat mij betreft heeft tegen die tijd ieder dorp en iedere wijk zijn eigen tuinderij en voedselcoöperatie. Het gaat niet alleen om gezond, lokaal voedsel, maar juist ook om de gemeenschapsvorming rondom voedsel. Boeren en burgers dichter bij elkaar brengen, en dat geldt ook voor gemeenschappen. Dat is wat echt belangrijk is.’
Johannes sluit zich volledig bij haar aan en ziet de toekomst rooskleurig voor zich. ‘Je zou dan een netwerk van gelukkige gemeenschappen kunnen hebben, waarbij mensen vanuit heel Europa naar Nederland komen om te zien hoe hier iedereen gelukkig en gezond ouder wordt’, schetst hij. ‘Als gemeenschappen zeggenschap hebben over hun eigen leefomgeving, hebben ze ook meer vertrouwen in de toekomst. Dorpen en wijken hoeven dan niet meer bang te zijn voor stijgende energieprijzen, omdat ze hun eigen dorpsmolen, warmtenet en misschien zelfs een eigen dorps- of wijkkas hebben.’
Bron: Doarpswurk.frl
Tekst: Hendrik Tamsma
Foto’s: Johannes Lankester en Bregje Hamelynck
Het Netwerk Duurzame Dorpen (NDD) is een initiatief van Doarpswurk, dat het netwerk de afgelopen dertien jaar zowel letterlijk als figuurlijk onderdak heeft geboden. Per 1 januari 2025 slaat het netwerk een nieuwe weg in en gaat verder als zelfstandige stichting onder de naam Duurzame Gemeenschappen.
De samenwerking met Doarpswurk blijft bestaan, maar verandert van een faciliterende rol naar strategisch partnerschap. Wat betekent deze stap naar zelfstandigheid voor de toekomst van het netwerk? We spraken hierover met Johannes Lankester en Bregje Hamelynck, die ons meenamen in hun visie en plannen voor de nieuwe stichting.
Het kantoor van Doarpswurk oogt verlaten: de laatste medewerkers haasten zich naar huis om zich voor te bereiden op het heerlijk avondje. Geen betere plek dan hier in Raerd, waar het dertien jaar geleden allemaal begon en we hebben afgesproken met Johannes en Bregje. ‘Het NDD is ontstaan vanuit de gedachte dat duurzaamheid een steeds grotere rol zou gaan spelen in het plattelandsbeleid van de provincie Fryslân’, vertelt Johannes, die sinds 2016 coördinator is van NDD en mede-initiatiefnemer van Stadsboerderij De Sibbe in Sneek. ‘Al in de jaren tachtig waren dorpen bezig met dorpsmolens. Ze wilden hun kennis delen en zo een netwerk creëren om onderling contact te faciliteren. Doarpswurk ondersteunde dit, maar miste de specifieke expertise in duurzaamheid en heeft mij destijds gevraagd. Inmiddels is dat netwerk uitgegroeid tot een platform met meer dan 350 duurzame dorpen verspreid door heel Nederland.’
Bregje, mede-initiatiefnemer van CSA-tuinderij Us Hôf en coördinator van de Voedselwerkplaats, sloot zich in 2014 aan bij het netwerk. ‘Wij gaven destijds cursussen over permacultuur’, vertelt ze. ‘Johannes vroeg of we die cursussen ook in andere dorpen wilden aanbieden. Sindsdien organiseren we één of twee keer per jaar een training voor het opzetten van een dorps- of gemeenschapstuin.’
De Voedselwerkplaats fungeert als kenniscentrum voor gemeenschapslandbouw en ondersteunt burgers bij initiatieven zoals het opzetten van dorps- of gemeenschapstuinen en buurtmarkten. ‘We delen kennis en ontwikkelen soms ook instrumenten, zoals een handelsplatform voor lokale producten’, vertelt Bregje. ‘Wij zijn er voor gemeenschappen die aan de slag willen met duurzaamheid, of dat nu gaat om energie, voedsel, of kringlopen. Vaak lopen zij tegen allerlei obstakels aan, zoals bureaucratie, een overbelast energienet, wet- en regelgeving of simpelweg praktische beperkingen. Met de Stichting Duurzame Gemeenschappen ondersteunen wij dorpen en wijken om hun duurzame doelen te verwezenlijken.’
Het NDD is opgericht als landelijk netwerk van, voor en door dorpen die samenwerken aan een duurzame toekomst. Het netwerk biedt een platform waar kennis en ideeën worden gedeeld, waardoor dorpen elkaar inspireren en versterken. Naast de dorpen zelf zijn ook deskundigen, partners, gemeenten en werkplaatsen betrokken, waaronder Johannes en Bregje. ‘De specialisten binnen ons netwerk zijn vaak ervaringsdeskundigen’, legt Johannes uit. ‘Het zijn mensen die wij eerder hebben geholpen en die we vervolgens vragen hun kennis en ervaring te delen met andere gemeenschappen. Juist die ervaringskennis is van grote waarde voor nieuwe initiatiefnemers. Als je zelf bepaalde processen hebt doorlopen, kun je vanuit een heel ander perspectief meepraten en adviseren.’
Het online platform Local Food Works – waarmee groepen burgers gezamenlijk lokaal bij boeren en producenten kunnen inkopen, aangevuld met producten van de biologische groothandel – is op dezelfde manier in Nederland tot stand gekomen. ‘In Nederland waren veel gemeenschappen op zoek naar een mogelijkheid om lokale producten in te kunnen kopen’, vertelt Bregje. ‘De Voedselwerkplaats heeft, in samenwerking met Doarpswurk en het Vlaamse Voedselteams, Local Food Works ontwikkeld. De Vlamingen hadden al vijfentwintig jaar ervaring met voedselcoöperaties, en met hun hulp en kennis hebben we het platform opgezet.’
Het draait bij het netwerk om het delen van praktijk- en ervaringskennis. ‘Als je bijvoorbeeld bezig bent met een dorpsmolens dan wil je weten hoe andere dorpen dat hebben aangepakt’, legt Johannes uit. ‘Daar ligt de waardevolle kennis en wij faciliteren via ons platform dat deze kennis gedeeld kan worden.’
Na dertien jaar ingezet te hebben op het verduurzamen van dorpen, is het tijd om de vleugels uit te slaan naar andere gemeenschappen zoals een wijkinitiatief, of een woongemeenschap in de stad. De duurzame dorpen blijven de basis van het nieuwe platform, maar de kennis en ervaring uit en van deze dorpen willen ze graag verbinden met andere initiatieven. ‘Ook in de stad wil je bezig zijn met voedsel, energie en duurzaamheid’, legt Johannes uit. Doordat het landelijke steunpunt in Fryslân zat konden we hier ondersteuning regelen. Daardoor hadden we minder ondersteuningscapaciteit in de rest van het land, maar die kunnen we nu gaan opbouwen. Voorheen richten we ons alleen op dorpen, nu kunnen steden ook meedoen. Juist de voorbeelden uit de dorpen zijn interessant voor steden en andersom werkt het ook zo.’
‘In Amsterdam is bijvoorbeeld een grote woongemeenschap ook begonnen met een buurtmarkt via ons platform Local Food Works’, vertelt Bregje. ‘Die kunnen we nu ook ondersteunen.’
Het afbouwen van de subsidie van Doarpswurk speelde ook een rol bij het oprichten van de nieuwe stichting. Doarpswurk blijft zich samen met dorpsbelangen en dorpshuizen richten op leefbaarheid, terwijl Stichting Duurzame Gemeenschappen zich specifiek richt op duurzaamheid. Beide organisaties blijven nauw samenwerken, maar zullen financieel gescheiden opereren.
‘We worden gesteund door Stichting Doen en Stichting Goeie Grutten’, vertelt Johannes. ‘Stichting Doen heeft in het begin ook de opstart van NDD gesteund en is bereid om dit nieuwe platform te ondersteunen. Daarnaast werken we samen met dorpen op projectbasis. We benaderen duurzaamheid integraal. Dat betekent sociaal, groen, water, voedsel, wonen en democratie. Voor ons is het een totaalplaatje. Het is bijna onmogelijk om voor het gehele platform financiering te krijgen, maar als je het opknipt in bijvoorbeeld voedsel of energie, zijn er wel specifieke potjes bij gemeenten. Gemeenschappen kunnen gratis meedoen en voor ondersteuning zoeken we financiering.’
‘De inzet van mensen met kennis kost vaak geld’, voegt Bregje toe. ‘Maar volgens ons moet kennisdeling voor mensen die zich willen inzetten voor hun eigen gemeenschap gratis zijn. We proberen het kennismaken met bijvoorbeeld een tuin- of energieproject zo laagdrempelig mogelijk te maken. Het zijn vaak mensen die in hun vrije tijd iets doen voor de gemeenschap, die wil je niet ook nog eens geld vragen.’
Tot slot vragen we Johannes en Bregje hoe zij de toekomst van Stichting Duurzame Gemeenschappen in 2040 zien. Bregje hoeft daar niet lang over na te denken: ‘Wat mij betreft heeft tegen die tijd ieder dorp en iedere wijk zijn eigen tuinderij en voedselcoöperatie. Het gaat niet alleen om gezond, lokaal voedsel, maar juist ook om de gemeenschapsvorming rondom voedsel. Boeren en burgers dichter bij elkaar brengen, en dat geldt ook voor gemeenschappen. Dat is wat echt belangrijk is.’
Johannes sluit zich volledig bij haar aan en ziet de toekomst rooskleurig voor zich. ‘Je zou dan een netwerk van gelukkige gemeenschappen kunnen hebben, waarbij mensen vanuit heel Europa naar Nederland komen om te zien hoe hier iedereen gelukkig en gezond ouder wordt’, schetst hij. ‘Als gemeenschappen zeggenschap hebben over hun eigen leefomgeving, hebben ze ook meer vertrouwen in de toekomst. Dorpen en wijken hoeven dan niet meer bang te zijn voor stijgende energieprijzen, omdat ze hun eigen dorpsmolen, warmtenet en misschien zelfs een eigen dorps- of wijkkas hebben.’
Bron: Doarpswurk.frl
Tekst: Hendrik Tamsma
Foto’s: Johannes Lankester en Bregje Hamelynck