index.php

Duurzame Gemeenschappen

Platform voor duurzame initiatieven voor en door de gemeenschap

Uitnodiging HIER: bouw mee aan het warmteprogramma

Jouw initiatief kan hierin het verschil maken door vroegtijdig in gesprek te gaan en invloed uit te oefenen. Zowel op het beleid als het proces. Maar hoe doe je dat nu precies? Stel je vragen tijdens het online vragenuurtje van HIER.

Donderdag 3 april, van 14.00 tot 15.00 uur. Schrijf je nu alvast in via deze >>>aanmeldlink.

Afbeelding: Warmheeg.nl

Gemeenten werken de komende maanden aan het warmteprogramma: de routekaart voor de lokale warmtetransitie voor de komende tien jaar. Dit is het moment om na te denken hoe bewonersinitiatieven kunnen bijdragen aan het warmteprogramma, zodat bewoners een goede positie krijgen.

Energiegemeenschappen in opkomst – Energie delen is nu mogelijk!

Energiegemeenschappen zijn in de wet vastgelegde nieuwe samenwerkingsvormen waarin gemeenschappen – burger én bedrijven – de energievoorziening naar zich toe kunnen trekken. Voor burgers die collectief met warmte aan de slag willen, worden warmtegemeenschappen in het leven geroepen. Het bijzondere is dat gemeenten nu beter en makkelijker kunnen samenwerken met groepen burgers die het voortouw willen nemen in de verduurzaming.

Wie meer wil lezen voor energiegemeenschappen kan meer lezen op de site van de overheid:
https://www.regionale-energiestrategie.nl/participatie/lokaal+eigendom/energiegemeenschappen/default.aspx

Voor wie zelf wil lezen hoe de gemeente Amsterdam energiegemeenschappen omarmt:
https://openresearch.amsterdam/nl/page/115890/naar-een-volwaardige-en-volwassen-positie-van-energiegemeenschappen

Stroomtuin IJlst

Vanaf 1 januari 2025 is energie delen in de nieuwe Energiewet opgenomen. In die wet is opgenomen is het voor iedereen met zonnepanelen op het dak mogelijk geworden om energie te delen. Dat niet alleen, ook een energiegemeenschap met een zonneveld of dorpsmolen kan de opgewekte stroom delen met haar leden. Dat betekent dat het concept van Local4Local (energie leveren tegen een stabiele, eerlijke prijs) ook mogelijk is. De twee Nederlandse coöperatieve energiebedrijven zijn hier volop mee aan het experimenteren.

Buurtmarkt, meer dan een boodschappen afhaalpunt

Langzamerhand verschuift hierin de verantwoordelijkheid van de oprichters naar de rest van de leden, waardoor er een voedselgemeenschap ontstaat. Immers, wanneer mensen zich verantwoordelijk voelen voor een onderdeel, voelen ze zich ook mede-eigenaar van het geheel. En het mooie is, dit geheel is dan meer dan de som der delen.

Onlangs hadden we een bijeenkomst waar we bespraken wat we allemaal al gerealiseerd hadden, maar ook wat ieders dromen zijn. We hebben die dromen samen geïnventariseerd en vervolgens gekeken wie de verantwoordelijkheid wil dragen voor welk onderdeel. Inmiddels werken verschillende groepjes plannen uit om die dromen werkelijkheid te laten worden. Zo hebben we dit voorjaar niet alleen een compleet aanbod met heerlijke lokale groenten, zuivel, voedselbosazijnen, lokale pasta en verse baksels, maar ook een reeks voedselgerelateerde workshops (broodbakken, fermenteren, etc. hoe doe je dat?). Er stonden nog vele wilde ideeën op de dromenlijst. Eerst even dit, later meer! 

Sinds een half jaar halen twintig huishoudens wekelijks hun lokale boodschappen bij Buurtmarkt De Noorderhoeve in Schoorl. Het aantal leden is nog aan het groeien, evenals het productaanbod – dat nu uitsluitend de wekelijkse zuivel, brood, banket en enkele groenten behelst. Aan dit laatste werkt een team vrijwilligers om binnenkort van de Buurtmarkt een volwaardig alternatief voor de supermarkt te maken! 

“Greidhoeke heeft alles in huis voor een écht duurzame korte keten”

Door Freya Zandstra

Het Fieldlab was bedoeld voor de opzet van een model om de duurzame korte keten te versterken. Onder de vlag van de Friese Voedselbeweging werd geïnventariseerd hoe het nu gesteld is met de lokale markt voor biologisch en verantwoord geproduceerd voedsel uit eigen buurt. Daar is met inventarisatierondes onder boeren en tuinders, met burgers, voedselcollectieven en onderwijsinstellingen een beeld van geschetst.

Daarbij ging het over samenwerking in de keten, over transparantie en logistiek – maar vooral over eten. “Er is te weinig brood, dat is heel duidelijk”, zegt Bregje Hamelynck. “Als we aan de slag kunnen met de keten, moeten we daarmee beginnen. Van de Big Five van ons eten – brood, zuivel, vlees, eieren en groente – zijn de eerste twee hier matig verkrijgbaar in deze regio. Kaas is er wel, heel veel zelfs – maar lokaal verwerkte biologische melk en boter niet of nauwelijks. En ook groenten zijn er nog onvoldoende.”

“Dit Fieldlab heeft voor mij duidelijk gemaakt dat we nog maar aan het begin staan”, zegt Martien Lankester, medegrondlegger van het Fieldlab. “Ook al zijn we er al heel lang mee bezig; de uitvoering blijft een lastig ding. Hoe gaan we met producenten en consumenten tegelijk stappen zetten? De bijeenkomsten die we hebben belegd, hebben veel mensen in beweging gebracht. Dat is goed om mensen van de verschillende deelnemende partijen bij elkaar te brengen in het gedachtengoed dat ze delen. Dat moeten we om zien te zetten in koopgedrag, want mensen willen echt wel.” 

“Het Fieldlab is opgezet als een experimenteerlocatie”, zegt Bregje Hamelynck. “Het lastige is dat een groot deel van het budget dat bij aanvang voor de uitwerking in het vooruitzicht gesteld was voor de achttien Fieldlabs in Nederland, is komen te vervallen. Dus we slingeren de hele keten aan, maar nu is het zoeken naar de mogelijkheden voor een vervolg. Wat we wél hebben is: beter zicht op wat er geproduceerd wordt en meer zicht op de samenwerkingskansen. De Friese Voedselbeweging is weer helemaal geactiveerd en onderlinge samenhang tussen vraag en aanbod is voor alle spelers veel concreter geworden. Ik heb goede hoop dat we dit jaar financiering vinden om ons Plan van Aanpak uit te voeren.”

“Burgers moeten een keuze hebben waar zij hun lokale duurzame boodschappen doen: op de markt, in de winkel, thuisbezorgd of via een voedselcoöperatie. Dat moet professioneel en transparant geregeld zijn”, zegt Hamelynck. Zowel voor de diversiteit in verkrijgbaarheid, professionalisering als transparantie zijn stappen opgenomen in het Plan van Aanpak. “

“De overtuiging dat de duurzame korte keten duur is, daar moeten we vanaf”, zegt Martien Lankester. “Als we een paar stappen in de keten overslaan, dan zou dat niet duurder moeten zijn. Dan blijkt ook maar weer hoe belangrijk True Pricing is: deze producenten veroorzaken minder externe kosten (uitstoot broeikasgassen, waterverontreiniging fz), en voldoen aan meer waarden die we als maatschappij belangrijk vinden.”

Toen het voorbereidende Fieldlab werd opgezet, samen met 17 andere Fieldlabs in Nederland, was het vooruitzicht dat er geld zou zijn voor het in de praktijk opzetten van een aantal van de modellen die ontwikkeld werden. De opzet van lokale korte ketens was een onomstreden onderdeel van het Landbouwakkoord, maar toen dat akkoord werd opgeblazen, vervloog ook de afgesproken ondersteuning voor de korte keten. Ondanks dat er een streep werd gezet door deze financiering, is de Friese Voedselbeweging hoopvol dat het ontwikkelproces door blijft gaan. 

Belangrijk hulpmiddel om inzicht te krijgen in vraag en aanbod, is de Voedselmixmethode. Deze methode is een uitwerking van de Energiemixmethode, waarmee de Energiewerkplaats al jaren succesvol inzichten verschaft aan dorpen die duurzaam in hun eigen energiebehoefte willen voorzien. De Energiewerkplaats maakt net als de Voedselwerkplaats deel uit de Stichting Duurzame Gemeenschappen. “Met de Voedselmixmethode wordt helder hoeveel hectare grond nodig is als we als regio lokaal en duurzaam in ons eten willen voorzien”, zegt Hamelynck. “Daarmee wordt de lokale duurzame keten minder abstract.” 

Het voorbereidende Fieldlab Duurzame Korte Keten Greidhoeke was een eerste gefinancierd onderdeel van het meerjarig plan voor een Bioregio. Hierin wordt beoogd een regionaal project te ontwikkelen waarin de landbouw, voeding en gezondheid centraal staan. 

“Het is een cruciaal onderdeel van de Bioregioplannen”, vindt Lankester. “We hebben hier alles in huis voor een écht duurzame korte keten en wat we hier ontwikkelen, kan een heel mooi voorbeeld zijn voor de rest van het land. We moeten doorgaan met stappen zetten, ook al zijn er soms verschillen van inzicht. Het belang is te groot om elkaar af te willen troeven.”

Producenten, consumenten en andere spelers uit het voedsellandschap maakten in 2024 de balans op: hoe staat het er anno nu voor met de duurzame korte keten in de Greidhoeke en de rest van Fryslân. Dat leverde een beeld op van volop mogelijkheden, maar ook van talloze hindernissen. Hoe gaan we verder, nu het voorbereidende Fieldlab Duurzame Korte Keten Greidhoeke afgelopen is? Martien Lankester (Avalon Foundation) en Bregje Hamelynck (De Voedselwerkplaats) blikken terug én vooruit.

De kracht van een lokale energiecoöperatie

Het ontstaan en belang van de dorpsmolen in Reduzum

In 1994 namen de inwoners van Reduzum het voortouw met de oprichting van de eerste dorpsmolen, een windturbine die door en voor het dorp werd gerealiseerd. Deze molen leverde groene energie én inkomsten die direct terugvloeiden naar de gemeenschap. In 2022 werd de oude molen vervangen door een grotere en efficiëntere turbine, mede dankzij het vertrouwen en de inzet van de bewoners.

Om de nieuwe molen te realiseren, werd een energiecoöperatie opgericht. Voor de benodigde subsidie moesten minstens 500 huishoudens lid worden, een uitdaging in een regio met slechts 550 huishoudens in Reduzum, Idaerd en Friens. Dankzij de grote betrokkenheid lukte dit. Dit toont de kracht van de gemeenschap en het draagvlak voor een duurzame toekomst.

Investeringen in de gemeenschap

De energiecoöperatie heeft diverse projecten gefinancierd die bijdragen aan het welzijn en de duurzaamheid van Reduzum, Friens en Idaerd:

Lees het originele artikel op de website van Energie VanOns

Reduzum is een inspirerend voorbeeld van hoe een dorp, door middel van samenwerking en duurzame initiatieven, niet alleen in de energiebehoefte van het dorp voorziet, maar ook de leefbaarheid en samenhang binnen de gemeenschap versterkt. In deze korte video legt Jeljer (van energiecoöperatie Doarpsmûne Reduzum) uit dat in Reduzum de gemeenschapszin centraal staat, en dat de opbrengsten worden geïnvesteerd in initiatieven die de leefbaarheid vergroten.

Burgemeester en wethouders geven Energiegemeenschappen een volwaardige positie naast overheid en markt

Amsterdammers die zich verenigen als energiegemeenschap en samenwerken aan duurzame energieprojecten worden voortaan als gelijkwaardige partij behandeld en ingezet. Het college geeft de samenwerking met energiegemeenschappen de komende jaren verder vorm. Amsterdam is de eerste gemeente in Nederland die het belang van energiegemeenschappen op deze manier erkent.

Bewoners staan zelf aan het roer en bepalen hoe de energie wordt opgewekt en gebruikt. Ook komen opbrengsten van projecten ten goede komen aan de Amsterdamse gemeenschap.

Wethouder Dirk de Jager, (Duurzaamheid): “We hebben heel stevige duurzaamheidsambities. Die maken we alleen maar waar als iedereen meedoet. Hand in hand met de gemeente. We laten hiermee zien dat als onze inwoners als energiegemeenschap mee willen doen aan de energietransitie, wij als gemeente Amsterdam naast hen staan, meedenken en de ruimte geven voor het slagen van zulke initiatieven.”

Uitwerking
De komende tijd wordt de samenwerking tussen energiegemeenschappen en gemeente verder uitgewerkt. Er moet onder meer duidelijkheid komen over de rolverdeling, en energiegemeenschappen moeten professionaliseren om klaar te zijn voor de grote opgaven die Amsterdam kent. 

Energiegemeenschappen zijn een vorm van samenwerking tussen burgers, al dan niet met deelname van lokale overheden en organisaties. Ze zijn gebaseerd op vrijwillige en open deelname, democratisch en gericht op het bieden van duurzaamheids-, economische of sociale gemeenschapsvoordelen aan leden in de buurt waar ze opereren.

Bron tekst: https://02025.nl/message/93512/amsterdammers-krijgen-volwaardige-positie-in-de-energietransitie

Bron foto’s: LinkedIn van Pauline Westendorp

APEC Pauline Westendorp

Het college van Burgemeester en Wethouder geeft energiegemeenschappen in Amsterdammers een volwaardige positie in de energietransitie naast bedrijven en overheid. Dat besluit volgde naar aanleiding van het rapport Naar een volwaardige en volwassen positie voor energiegemeenschappen dat in opdracht van de gemeente en de Amsterdamse Producerende Energie Coöperaties (APEC) is gemaakt.

Dorpsvisie Top en Twel klaar

De visie bevat 6 thema’s: Mooie en Fijne Leefomgeving, Woonplek voor Allen, Samen Top en Twel, Omgaan met Schaarste, Bedrijvigheid en Gastvrijheid en Toerisme.

De input voor de de dorpsvisie komt uit de vele ingevulde dorpsenquêtes, drie drukbezochte dorpsavonden en uit de gesprekken die met bewoners en jongeren zijn gehouden.

De complete dorpsvisie en de samenvatting zijn te lezen op de website van Top en Twel.

De Dorpsvisie is gemaakt door en voor de inwoners van Top en Twel, het is de routekaart voor de toekomst (richting 2045).

Het uitdaagrecht is van kracht: middel voor inspraak & invloed – van onze partner Energie Samen

Wat houdt het uitdaagrecht in?

Het uitdaagrecht geeft inwoners het recht om hun overheid uit te dagen om de uitvoering van een taak over te nemen, bijvoorbeeld het beheer of onderhoud van een park of buurthuis. Initiatiefnemers komen met een plan om bestaande taken over te nemen en zoeken daarvoor draagvlak in de buurt. Dit plan dienen zij vervolgens in bij de gemeente. Initiatiefnemers kunnen hierbij ook ‘coproduceren’ met de overheid. 

Waarom is dit interessant voor energiecoöperaties en lokale initiatieven van de gemeente? 

Aan de slag in je gemeente 

Met het uitdaagrecht kun je dus actief bijdragen aan de energietransitie en tegelijkertijd meer invloed krijgen op de uitvoering van belangrijke taken in je gemeenschap. Met de gemeente kun je bespreken hoe zij het uitdaagrecht gaan of willen vormgeven, en wat de mogelijkheden zijn voor jouw initiatief.

Dit bericht komt van onze partner Energie Samen. Het volledige bericht en aanvullende informatie vind je hier.

Kan jouw energiecoöperatie of initiatief een taak beter uitvoeren dan de overheid? Met het uitdaagrecht, ook wel Right to Challenge, krijg je de kans om dit te bewijzen. Sinds juni 2024 is dit recht aangenomen in de Wet versterking participatie op decentraal niveau, maar sinds 1 januari 2025 is het pas echt van kracht.

Frankrijk: success story van consumentencoöperatie “Wie is de Baas?!”

Resultaten tot nu toe

Het merk C’est qui le patron?! is eigendom van meer dan 15.000 consumentenleden die de producten selecteren die onder het merk verkocht worden. Zij bepalen ook de specificaties van het product, terwijl ze de producenten een eerlijke vergoeding garanderen die rekening houdt met de kostprijs en een marge. Het merk CQLP ondersteunt momenteel meer dan 3.000 producenten en verkoopt een dertigtal producten waaronder melk, yoghurt, honing, bloem en chocolade. De waarde van dit merk wordt geschat op tussen de 10 en 20 miljoen euro en het genereerde een omzet van 126 miljoen euro in 2024, een stijging van 11,8%, volgens het gezaghebbende tijdschrift LSA.

Het merk is zeer actief op diverse social mediakanalen zoals Facebook, LinkedIn, Instagram, en in mindere mate op X.

Het assortiment van C’est qui le patron?! omvat momenteel 17 levensmiddelen. In 2024 zijn er 87 miljoen producten verkocht van dit consumentenmerk, met als speerpunten:

Het consumentenmerk heeft een drukbezochte stand op de grootste Franse landbouwbeurs Salon International de l’agriculture, waar producenten en consumentenleden uitleg gaven aan de bezoekers. Ook op de aankomende editie van deze populaire publieksbeurs, die plaatsvindt in Parijs van 22 februari – 2 maart 2025, zijn ze weer paraat.

Een nieuw productsegment: groenten en fruit

De consumentencoöperatie kondigde op 30 januari 2025 in een persbericht aan dat ze haar productassortiment uitbreidt met groenten en fruit.

Tussen nu en september 2025 zullen zes groenten en fruit “in samenwerking met consumenten en ter ondersteuning van producenten worden samengesteld en in de schappen van de supermarkten worden gelegd”: kersen, appels, uien, knoflook, sjalotten en wortelen, aldus de coöperatie.

De eerste C’est qui le patron?! kersen zullen in mei (tot half juli) in de schappen liggen. Appels volgen in oktober. Wortelen worden momenteel besproken met producenten, maar worden ook in de herfst verwacht.

De coöperatie onderbouwt met duidelijke cijfers de prijsverhogingen die nodig zijn om de producenten een fatsoenlijke prijs te garanderen, bijvoorbeeld voor appels: “Er is een tekort van 21 cent per kilo om de producenten de middelen te geven om hun boomgaarden te herplanten en te investeren in deugdelijker boomkwekerijpraktijken”.

Nicolas Chabanne, oprichter van het consumentenmerkt C’est qui le patron?!

Een charismatische oprichter die zijn aandelen doneerde

Oprichter Nicolas Chabanne communiceert als influencer op social media en boekt daarmee succes. Hij vraagt middels storytelling en met de hashtag#soutienauxproducteurs (steun aan de producenten) aandacht voor het persoonlijke verhaal van Franse boerengezinnen. Sommige boeren vertellen bijvoorbeeld in korte filmpjes hoe zij dankzij het merk C’est qui le patron?! van een vrijwel zekere ondergang gered werden.

Eind 2024 kondigde Chabanne aan dat hij, in overleg met zijn drie kinderen, heeft besloten al zijn aandelen over te dragen aan een stichting voor aandeelhouders: “Ik heb besloten om alle aandelen van mijn bedrijven, waaronder CQLP, over te dragen aan een stichting om producenten op de lange termijn te beschermen en een nieuw bedrijfsmodel in Frankrijk te creëren”. Zijn doel is om alle consumenten de kans te geven om systematisch een positieve en duurzame impact te hebben op de wereld om ons heen, zowel op sociaal, milieu- als economisch gebied, door producten of diensten te kopen van dit nieuwe type bedrijven: Les entreprises du partage (bedrijven die delen).

Franse supermarktketens haken aan

Directeuren van supermarktketens als Carrefour, E.Leclerc en Intermarché kunnen niet meer om dit merk heen en gingen, bijvoorbeeld ter gelegenheid van de viering van het 8-jarige bestaan van het merk, op de foto voor het merk C’est qui le patron?!. Een engagement dat ze ook graag delen op hun eigen sociale media.

Immers, in Frankrijk geproduceerde voedingsmiddelen, die respect voor het milieu èn vooral een eerlijke prijs voor de producent garanderen, blijken een onderwerp te zijn waar de Franse consument gevoelig voor is.

Bron tekst en foto’s: Agroberichten Buitenland van het Ministerie van LVVN. Lees het oorspronkelijke bericht op: https://www.agroberichtenbuitenland.nl/actueel/nieuws/2025/02/04/frankrijk-successtory-van-consumentencooperatie-wie-is-de-baas

Het Franse consumentenmerk “C’est qui le patron ?!” krijgt steeds meer voet aan de grond in Frankrijk. Onder het duidelijk herkenbare logo en in verpakkingen met primaire kleuren, brengt het merk door de consumentenleden geselecteerde voedingsmiddelen op de markt. Producten die aan de producerende boeren een eerlijker inkomen garanderen. Het merk heeft zoveel succes dat ook diverse Franse supermarktketens er nu reclame voor maken, om zo te communiceren over hun solidariteit met de Franse boeren. In de loop van dit jaar 2025 worden ook groenten en fruit aan het productassortiment toegevoegd.

Inspiratiedossier Zorg in Dorpen

De bevindingen en goede praktijken van bestaande en vernieuwende vormen van zorg zijn verzameld in deze inspiratienota. Met netwerken van nabije zorg kunnen ouderen of andere mensen met zorgnood langer zelfstandig in hun dorp of buurt blijven wonen. Daarbij kunnen burgergroepen zoals dorpsteams en buurtcomités in een samenwerking met zorgkundigen, instellingen en overheden een belangrijke rol spelen.

Download het complete inspiratiedossier hiernaast.

Dorpen toekomstbestendig maken, hen wapenen tegen de vele en diverse uitdagingen die in deze 21e eeuw op ons afkomen, en dat met volle inzet van burgerkracht, daar werkt de Vlaamse Vereniging Dorpsbelangen al jaren rond. In 2024 stelden zij het thema zorg gekoppeld aan burgerkracht centraal.

Volgende pagina »